Mijnheer Kanitz (74) schenkt vier dagen in de week koffie in de Ametisthorst. Hij is er toevallig ingerold. In 2008 lag hij in de verzorging. Toen hij op krachten begon te komen, ging hij zich erg vervelen. Hij begon steeds vaker een handje te helpen. Toen een vrijwilliger stopte met koffie schenken, hoefde mijnheer Kanitz niet lang na te denken: ‘Dat koffie schenken – dat is gewoon leuk. De mensen en het personeel waarderen je en je maakt het gezellig. Ik ben alleen – heb wel mijn dingen hoor, de kaartclub en de jeu de boules op woensdagmiddag – maar hier heb ik ook mijn cluppie. Toen ik nog werkte kwam ik altijd onder de mensen. Ik was altijd ergens bezig, had altijd klusjes, heb geen dag zonder werk gezeten. Dat hield op toen ik ziek ben geworden. Nu kom ik mensen in de verzorging tegen die bij mij in de straat gewoond hebben. Daarom ben ik zo blij met dit werk. Ik ben bezig en ik kom onder de mensen. Je doet het voor jezelf, maar ook voor een ander. Ik heb het elke morgen gezellig!’
Mijnheer Kanitz draait al zo lang mee dat iedereen hem kent. Die binding met de medewerkers vindt hij ook leuk: ‘Vorig jaar werd er een gezellige middag in huis georganiseerd. Ik heb toen samen met de verpleging een act gedaan met dansende nonnen. Ik was het patertje. We hebben vreselijk gelachen! En ik ben ook wel eens ’s nachts uit bed gebeld toen het licht was uitgevallen. De Technische Dienst was er niet, dus gauw mijnheer Kanitz gebeld. Ik ben toen meteen gekomen, heb het licht gemaakt en toen was het: “Jongens, het is opgelost. Gauw weer naar bed!” Dat geeft me heel veel voldoening.’